Trainingen
  • Kom op tijd voor de training, dat wil zeggen dat je speelklaar bent (sportkleren aan, racket uitgepakt) als de training begint.
  • De trainer helpt je steeds beter spelen, doe dus wat hij/zij zegt!
  • Vertel de trainer als je een keertje niet voluit kunt meetrainen en ook waarom niet, dan begrijpt de trainer dat en kan hij/zij er rekening mee houden.
  • Als je ziek bent of écht niet kunt komen trainen, bel dan af bij je trainer.
Wedstrijden
  • Je speelt in team-tenue/club-tenue (zelfde shirts en zelfde kleur broekjes).
  • Kom op tijd zodat je tijd hebt om te overleggen met je team en warming up te doen voor jullie beginnen met spelen. Dit geld ook voor thuiswedstrijden.
  • Maak kennis met de tegenstander, geef elkaar een hand en zeg je naam.
  • Luister naar de zaalwacht.
  • Blijf bij elkaar, je bent lid van een team!
  • Tellen: het thuisspelende team telt in principe de partijen, alle spelers om de beurt.
  • Ben je niet zeker genoeg om te tellen, vraag dan iemand anders om erbij te komen, dan leer je het snel.
  • Maak geen ruzie over punten, de teller beslist en eerlijkheid duurt het langst; bij twijfel kan je de zaalwacht vragen.
  • Blijf sportief, doe je best, blijf positief; het is belangrijk om er plezier in te houden.
  • Na afloop van een partij geven de spelers elkaar een hand, de verliezer feliciteert de winnaar.
  • Wacht met douchen of weggaan tot het laatste partij is afgelopen, je bent samen een team.
  • Bij de senior wedstrijdspelers trakteert het thuisspelende team de tegenstanders op een drankje na het douchen.